De mogelijkheid voor het isoleren van ramen hangt af van de historische waarde en bouwkundige staat van het kozijn en raam. Zijn de ramen technisch goed en hebben deze historische waarde, dan dienen deze behouden te blijven, inclusief de roeden. Nieuwe beglazing moet op de traditionele manier met een stoppasta geplaatst worden en het toepassen van schijnroeden (wienersprossen) is meestal niet toegestaan.
De meeste historische ramen hebben een sponningdiepte van 12 tot 15 mm. Soms kan de sponning iets dieper worden uitgefreesd zodat een dikkere variant glas kan worden geplaatst. Of dit mogelijk is hangt af van de profilering van het raamhout. De minimaal benodigde sponningdiepte is de dikte van het glas plus 10 mm. Wanneer het glas zelf ook een historische waarde heeft toegekend, dan is vervangen niet mogelijk en is alleen het plaatsen van een voor- of achterzetraam een optie.
Na het isoleren is het belangrijk om voldoende te blijven ventileren om vochtproblemen te voorkomen.