Het isoleren van een schuin dak vanaf de buitenzijde geeft het minste risico op vochtproblemen. Dit komt doordat de constructie van het dak aan de ‘warme’ zijde van het isolatiemateriaal zit. Dit wordt daarom ook een 'warm-dak' genoemd. Omdat bij de uitvoering van deze maatregel de dakbedekking, zoals de dakpannen, eraf gehaald moeten worden is dit vooral een interessante maatregel bij renovatie van het dak. Door na-isolatie van het dak komt het dakvlak hoger te liggen, wat gevolgen heeft voor de aansluitingen bij dakgoot en gevel. Dit mag niet in conflict zijn met het monumentale aanzicht van het pand. Er zijn gelaagde folies op de markt waarmee met een dunne laag isolatiemateriaal een hoge isolatiewaarde behaald kan worden. Om deze hoge waarden te halen dient het isolatiemateriaal wel zeer nauwkeurig geplaatst te worden.
Voordelen
- Hoge isolatiewaarde mogelijk.
- Geen ruimteverlies aan de binnenzijde.
- Zorgt voor meer comfort en energiebesparing.
- Bouwfysisch gezien een goede oplossing.
Aandachtspunten
- De bestaande dakafwerking dient (tijdelijk) te worden verwijderd.
- Door de na-isolatie komt het dakvlak hoger te liggen, waardoor aansluitingen met goten en gevels wijzigen. Hierdoor kan ook het historisch aanzicht van het pand wijzigen, wat vaak niet toegestaan is.
- Pas nooit binnen- en buitenisolatie toe vanwege het risico op vochtproblemen.
- Als er meerdere panden onder één dak geplaatst zijn is het sterk aan te bevelen het isolatiemateriaal collectief te plaatsen, om verspringingen in het dakvlak te voorkomen.
Andere dakbedekking
Bovenstaande tekst is geschreven rekening houdend met een dakpannen dakbedekking. Naast pannendaken zijn ook andere typen daken vanaf de bovenzijde te isoleren. De voordelen en aandachtspunten zijn vergelijkbaar met pannendaken.
Leien dak
Leien worden rechtstreeks gespijkerd op het dakbeschot of op leilatten. Bij het isoleren van buitenaf worden de leien afgenomen, wordt isolatiemateriaal op het dakbeschot geplaatst en worden de leien teruggeplaatst op de tengels en leilatten. Het is belangrijk een dampremmende laag aan de binnenkant onder het isolatiemateriaal aan te brengen en de ruimte tussen de leien en het isolatiemateriaal goed te ventileren.
Soms wordt het bestaande dakbeschot verwijderd en wordt een geïsoleerde dakplaat aangebracht waarop de leien worden gespijkerd. Dit is sterk af te raden omdat de dakplaat door vocht onder de leien kan verstikken. Daarnaast wordt de leidekking overmatig aan vocht blootgesteld wat de levensduur zal verkorten. Het plaatsen van een waterkerende laag onder de leien voorkomt dit niet. Een ‘warm’ leien dak wordt vaak alleen toegestaan wanneer de bestaande leien aan vervanging toe zijn.
Metalen (zinken of koperen) daken
In plaats van een ‘warm dak’ of een ‘koud dak’ spreekt men bij metalen daken vaker van een geventileerd of ongeventileerd dak. Bij een ongeventileerd dak is de metalen afwerking op dakbeschot bestaande uit houten planken bevestigd. Tussen deze planken lopen geen naden en vindt dus geen ventilatie plaats. Bij een ongeventileerd dak moet de metalen dakafwerking worden afgenomen, waarna het isolatiemateriaal aan de buitenzijde op het beschot wordt aangebracht. Hierop wordt een zogenaamde structuurlaag aangebracht die het eventuele vocht onder het metaal kan afvoeren. De metalen dakafwerking weer op de structuurlaag terug aangebracht. Door de beperkte waterafvoerende capaciteit van de structuurlaag is deze methode alleen geschikt voor gefelste of roevendaken en niet bij losanges (ruitvormige zinken- of koperen leien). Een dampremmende laag aan de binnenzijde onder het isolatiemateriaal voorkomt condensatieproblemen. Een ‘warm’ metalen dak wordt vaak alleen toegestaan wanneer de bestaande leien aan vervanging toe zijn.
Dakleer
Voor het toepassen van het isolatiemateriaal bij een dakleren dakbedekking dient het dakleer te worden verwijderd en wordt het isolatiemateriaal aan de buitenzijde op het dakbeschot aangebracht. Het dakleer wordt vervolgens rechtstreeks terug op het isolatiemateriaal aangebracht. Bij oude panden komt het voor dat bitumineuze dakbedekking, zoals shingles, in de plaats is gekomen voor bijvoorbeeld een origineel leien of zinken dak. Dit wordt door monumenten instanties gezien als een verarming van het beeld. Als de bitumineuze dakbedekking aan vervanging toe is, wordt daarom vaak aangestuurd op het vervangen van het dakleer voor een beter bij het pand passend materiaal.